Ik zal u tot vrijheid dwingen
Ik zal u tot vrijheid dwingen

"Ik zal u tot vrijheid dwingen."
Deze zin las ik toen ik leerde voor een tentamen bestuursrecht. Hij stond ergens in een hoofdstuk, bijna onzichtbaar in een voetnoot. De zin fascineerde mij. De uitspraak gaat terug op de filosoof Jean-Jacques Rousseau. In zijn werk Du Contrat Social betoogt hij dat echte vrijheid betekent dat je leeft naar wetten die je jezelf — als lid van een gemeenschap — hebt opgelegd. Wie zich daaraan onttrekt, moet worden teruggebracht tot de algemene wil: “Men zal hem dwingen vrij te zijn.”
Deze zin roept bij mij vragen op over macht, autonomie en wat vrijheid eigenlijk betekent. Dwingen impliceert een machtsuitoefening, een vorm van geweld of druk. Terwijl vrijheid juist gaat over ruimte, zelfbeschikking, over het mogen kiezen.
Kun je iemand dwingen om vrij te zijn? Of vernietig je daarmee de essentie van vrijheid?
Trauma ontnam mij mijn vrijheid. Het zette zich vast in mijn lichaam, in de manier waarop ik over mijzelf dacht, in keuzes die ik maakte — of juist niet kon maken — en in de manier waarop ik keek naar de mensen en de wereld om mij heen.
Vaak heb ik ervaren hoe anderen — en ikzelf — mijn gedrag hebben willen veranderen. Vanuit zorg. Vanuit de aanname dat het beter voor mij zou zijn. En misschien ook omdat het gewoon lastig was. Complex. Moeilijk. Te moeilijk. We zijn geneigd om in te grijpen wanneer gedrag afwijkt van het gangbare. We willen helpen, beheersen, corrigeren en normaliseren.
Steeds meer ontdekte ik hoe deze schadelijke, ontregelende en herhalende patronen, voor mij een oplossing waren geweest. Een oplossing om te kunnen overleven. En de roep van mijzelf of de ander om te helen, om los te laten, om vooruit te gaan, om normaal te doen – om vrij te zijn! – voelde als dwang. Met het te snel willen fixen van ongewenst – onbegrepen – gedrag werd mijn onvrijheid bevestigd. Het ‘bevel’ tot autonomie en vrijheid ondermijnde het juist. Wat gezien werd als verstoring, was een houvast. Wat ik moest afleren, had mij geholpen te blijven staan. Het had mij, hoe klein ook, de ruimte blijven geven om letterlijk te kunnen blijven ademen.
Ik de blog
In de steigers schreef ik daarover al eens eerder.
Ik geloof dat vrijheid ontstaat als ze vrijwillig gekozen kan worden. Vrijheid kan niet worden afgedwongen. Vrijheid vind ik in mijn eigen tempo, op mijn eigen manier, met de juiste mensen en onder de juiste omstandigheden. Vrijheid begint bij de erkenning dat ik vrij ben in mijn eigen onvrijheid. Bij de ruimte die ik mijzelf geef én die ik krijg om niet oké te zijn. Om te mogen zijn, doen en blijven waar ik ben, bij wat ik nodig heb. In een samenleving die zich daaraan committeert.
Daar waar ruimte is om níet vrij te zijn, ontstaat de mogelijkheid om te kiezen voor vrijheid, tot ik zelf voel: nu wil én kan ik verder.