In afstand nabij

Dante • 15 oktober 2024

In afstand nabij

Het is aan het einde van een middag. De innerlijke spanning loopt op. Alles wat er in en om mij heen gebeurd is spannend. Van mijn lichaam voel ik niks meer, behalve koolzuur en bubbels in mijn hoofd. Hoe ik mijn best ook doe te landen in mijn lijf en ruimte wil geven aan de spanning in mijn systeem, ik ben in paniek en kan mijzelf niet meer kalmeren.

Ik denk terug aan al die jaren hiervoor dat ik in paniek op en neer liep over de gangen van een ziekenhuis of psychiatrie. Van mijn kamer naar de verpleging en weer terug. Ik kan haar bijna voor me zien. Ze loopt op en neer, op en neer. De chaos in haar hoofd is zichtbaar in de manier waarop ze loopt. Naar voren, beweeglijk, snel en onregelmatig, staat stil op de meest willekeurige momenten en denkt na, wat moet ik doen? Op zoek naar hulp.

“Kan ik wat voor je doen?”, hoort ze degene die de deur opent haar vragen. Ik zie hoe ze eerst redelijk rustig in de deuropening lijkt te staan, maar met een steeds hogere stem en hoger tempo, met onsamenhangende zinnen probeert duidelijk te maken dat ze het niet meer weet, dat ze niet meer goed kan zien, dat ze niet meer na kan denken en geen idee heeft wat ze moet doen. Letterlijk met haar handen in het haar. Het zoeken naar effectieve oplossingen maakt de error in haar hoofd groter en ze faalt.

Zij leerde zelfredzaamheid verwarren met effectiviteit en ze leerde niet te mogen verlangen naar affectiviteit. Ik voelde haar gesmoorde verlangen naar samenzijn en deze keer liep ik met haar mee. In een keer van de kamer naar de deur. Ik klop aan. De verpleegster doet open en stelt de vraag die ze zo vaak hoorde en effectief wilde beantwoorden opnieuw: “Wat kan ik voor je doen?”.

Ik slik, adem een keer goed door en zeg kalm en rustig: ‘Ik word gek in mijn hoofd, wil je alleen maar even bij mij zijn?’.

Ze lacht, staat op, loopt richting de keuken en zegt: ‘Zin in koffie?’